“Not a day goes by that I don’t look at your picture and smile.
Or cry
Or both”
Een paar weken geleden verloor ik één van mijn beste vriendinnen. Ze is letterlijk nergens meer te bespeuren op deze aardbol. Uitgestrooid, net zoals haar zus 12 jaar geleden. Ze is weg, foetsie, en ik ben haar kwijt.
Zo voelt het ook écht.
Ik. ben. haar. kwijt.
Zij ontbreekt in deze wereld.
En ik mis haar!
Haar naam was Melissa. Mel voor de vrienden en vage kennissen, want ze heeft haar naam zelf nooit mooi gevonden. Ze had het bizarre talent om je 100% op je gemak te laten voelen, ook al ontmoette je haar voor de eerste keer. Bij haar moest je nooit doen alsof. Ze was het soort vriendin waarvan je voélde en wist dat ze je graag had. Altijd had ze wel een kleinigheidje bij. Gewoon zomaar, ‘omdat dat haar aan me deed denken’ of ‘ze dacht dat ik het wel leuk zou vinden’ of ‘het was écht iets voor mij’.
Deze week durfde ik voor de eerste keer terugkijken naar foto’s van de voorbije jaren. Het viel me eens zo hard op dat ze ALTIJD aanwezig was op belangrijke momenten. Zij is diegene die de foto’s nam.
Eerste tattoo? Zij reed me er stiekem naartoe met haar auto omdat mijn papa van niets mocht weten en ik te bang was om alleen te gaan. Eerste keer naar de gynaecoloog? Zij wachtte samen met me in de wachtzaal omdat ik me er ongemakkelijk bij voelde. Toen ik catwalkmodel wilde worden? Samen reden we heel Antwerpen rond, van castingbureau naar castingbureau. Ruzie met mijn vriend? Zij was de eerste die ik belde en ze nam al-tijd op. Flairdag in het Wijnegemshoppingcenter en zij wilde heel graag Karen Damen ontmoeten en ik wilde de lifesize kartonnen afbeelding van Ryan Gosling meenemen? Hij past nét niet in haar auto, dus hebben we zijn voeten omgeplooid en plat gelegen van het lachen.
Ik zou nog zoveel meer kunnen en willen vertellen over haar. Hoe ze meer dan 100 bad eendjes verzameld had, hoe ze steeds dingen vergat, hoe ze altijd gekleed ging in legging en marcelleke, hoe enthousiast ze altijd was, hoe ze navelpiercings droeg als oorbellen, hoe vreselijk slecht ze kon autorijden (het is nog altijd een running joke onder haar vrienden dat onze handafdrukken vereeuwigt staan in de hendel van de passagiersdeur), hoe ze altijd weer nieuwe ondernemingen bedacht,…
De meesten van onze leeftijd willen al lang niets ‘speciaals’ meer doen om hun verjaardag te vieren.
Zij wel. Zij maakte er altijd een hele dag of weekend van. Nu pas begrijp ik waarom.
Het is een gift. Weten dat je weer een volledig jaar je eigen ding hebt kunnen doen, dat je geleefd hebt. Zij begreep dat natuurlijk al, ik niet.
En opeens was daar het moment waarop ik te horen kreeg dat ze was opgenomen in het ziekenhuis. Het zag er niet goed uit. Ze was in coma gebracht en lag aan de beademing. De aandoening die haar zus 12 jaar geleden al veel te vroeg had weggehaald, had haar nu ook te pakken gekregen en hoe! Drie maanden lang heeft ze gevochten, écht gevochten om beter te worden en bij bewustzijn te komen. Drie keer is het haar gelukt. Drie keer kregen we terug hoop. Drie keer heeft ze haar ogen geopend en haar familie naast haar zien zitten. De laatste keer zat er zelfs één van haar beste vriendinnen. Ze deed het toen zo goed dat we bij haar op bezoek mochten. Eén voor één, weliswaar. Ik zou de volgende zijn die bij haar mocht langsgaan, maar zover is het nooit gekomen.
Tijdens dat bezoek ging het ineens weer heel slecht. De vriendin vertelde me achteraf dat Mel had gezegd dat ze veel pijn had en dat het voor haar genoeg was geweest. Ze was klaar om te gaan.
Ze was niet bang voor de dood, nooit geweest.
Soms praatten we hierover, dan vertelde ze dat ze besefte dat het haar waarschijnlijk sneller te wachten stond dan de rest van ons. Ze had er vrede mee, ze was er klaar voor.
De volgende dag liet de familie weten dat de dokters palliatieve sedatie hadden opgestart.
Ik zal Mel’s ouders en zus altijd dankbaar blijven dat ik de kans heb gekregen om afscheid te nemen. Om nog even bij haar te kunnen zitten en haar hand vast te houden, want ik had haar nog iets heel belangrijks te vertellen. Iets dat ik absoluut nog met haar wilde delen.
Hoewel ze op dat moment niet meer bij bewustzijn was, ben ik naast haar gaan zitten, heb ik over haar hand gestreeld, terwijl ik haar met tranen in mijn ogen vertelde dat ik zwanger ben.
Die nacht, net na middernacht, werd Mel de beschermengel van het kindje in mijn buik.
X,
Gussie

over mij
Hoi, ik ben Gussie, genietend van de fleur van mijn leven en inwoner van de prachtige Kempen. Al 6 jaar ben ik samen met de liefde van mijn leven en nagel aan mijn doodskist. Ik hou van mijn koppige husky en mijn favoriete kleur is blauw. Ik ben een curieuzeneus die alles wil weten en vol zit met verwondering over het leven.