“Keep calm and be a princess”
Overnachten in een kasteel! Dat leek me wel wat, dus boekten we last minute de torenkamer in het kasteel van Macon, een dorpje in de provincie Henegouwen.
Het is een ienimieni dorpje met een grote kerk, het kasteel en een opvallende lindenboom als eyecatchers. Het kasteel was prachtig, maar op een serieuze, ruige en middeleeuwse manier.
De grijze stenen in talloze formaten, kleine raampjes en donkere houten balken, deden me voelen alsof ik letterlijk een sprong terug in de tijd had gemaakt. Het was al donker en erg laat toen we aankwamen. Het maanlicht gooide een zweem van mysterie over het kasteel.
Voordat we bij onze kamer aankwamen, staken we de met kasseien aangelegde binnenplaats over. De maan wierp donkere schaduwen en ik voelde een koele rilling over mijn rug trekken. Snel wandelden we richting een lage deur die leek te zijn uitgesneden uit de ruwe stenen. We liepen de met tekeningen versierde tegels van de gang over naar de volgende zware, donkere deur. Onderweg hoorde ik de eerste deur met een knal achter ons dichtvallen, het geluid echode door de gang. De volgende deur ging met veel moeite krakend open en leidde naar een brede trap. De trappenhal was donker, slechts een enkel lichtstraaltje viel door het smalle raampje binnen en viel recht op het wapenschild dat aan de muur was bevestigd. Het oude metaal ving het licht op en maakte een kil contrast met de warme, houten trap. Er hing een muffe, oudhout geur.
Bovenaan de brede trap, werd ik verrast door een smalle gang met hoog plafond. Onze voetstappen waren het enige geluid dat ik hier kon horen, verder was het muisstil. De buitenwereld werd hier, in het hart van het kasteel, volledig buitengesloten. Op het einde van de gang zag ik de oude deur, met vlak erboven het kamernummer in sierlijke letters op de muur geschilderd.
Ik deed de deur open en werd verrast toen mijn vriend het licht aanstak. Mijn ogen hadden duidelijk moeite met het wennen na de donkere gangen van zonet. Onze kamer had een klein keukentje. Er stonden twee éénpersoons sofa’s in het midden van de kamer die me deden denken aan de zetels van mijn grootouders: een donkerbordeau bekleding met een groot, bombastisch bloemenpatroon. Met mijn vingers aaide ik over het stof, het voelde ruw aan, net zoals ik had verwacht. Tussen de twee sofa’s stonden twee kleine bijzettafeltjes met een houten blad en zwarte, ijzeren poten die vanonder eindigen in een dramatische krul.
Om naar de torenkamer te gaan moest ik door een gat in de muur kruipen en vier hoge treden omhoog stappen. Ik moest opletten dat ik mijn hoofd niet zou stoten – wat ik uiteindelijk 3 keer gedaan heb.
Ik ging op het zachte bed liggen en staarde naar boven.
Ineens besefte ik dat deze kamer maar één in- en uitgang had, de lange weg hiernaartoe. Ik kon me niet voorstellen dat een prinses hier zou hebben geslapen. Stel dat er brand uitbrak of ze werden aangevallen. De raampjes waren veel te klein, daar zou een volwassen persoon nooit doorpassen. Ze zou als een rat in de val zitten.
Wacht eens even, IK zat hier als een rat in de val!
Een kleine paniekaanval begon op te komen door het claustrofobische gevoel. Terwijl mijn vriend ook de torenkamer in klom en op bed plofte, zette ik een raampje open in een poging om te blijven ademen.
Mijn fantasie sloeg helemaal op hol en ik beeldde me in hoe de prinses hier helemaal afgesloten zat van de buitenwereld. Hoe ze volledig onder controle kon worden gehouden in haar doen en laten. Hoe ze, net als ik nu, nood zou hebben aan frisse lucht en voor het kleine raampje naar lucht zou zitten happen. Ontsnappen was onmogelijk. Er stonden waarschijnlijk wachters aan haar deur, de enige deur en uitweg van deze kamer. Naar beneden springen was geen optie, aangezien de raampjes te klein waren om door te passen en zelfs àls dat lukte, zou je gewoon te pletter storten op de kasseien van de binnenplaats. Ze zat gevangen!
Het werd een vermoeiende en zware nacht waarin ik het claustrofobisch gevoel niet van me af kon schudden. Mijn vriend probeerde me wel op te fleuren en op andere gedachten te brengen, maar het mini-paniekaanvalletje was niet meer te stoppen.
Dankbaar dat een straaltje licht een nieuwe dag aankondigde, gooide ik wat water in mijn gezicht en hoopte dat ik niet over mijn wallen zou struikelen onderweg naar buiten.
Hoewel we eigenlijk voor 3 nachten geboekt hadden, besloten we het over een andere boeg te gooien en zetten koers naar de zee. Op magische wijze weten de golven mij altijd weer tot rust te brengen en daar had ik heel erg nood aan!
X,
Nienke
PS: De foto is genomen op het pleintje aan de kerk van Macon. Het is een exact sfeerbeeld van ons korte tripje naar Macon. De mooie, opvallende lindenboom dateert van 1714. Onder deze lindenboom werden vroeger huwelijken uitgesproken.

over mij
Hoi, ik ben Nienke, genietend van de fleur van mijn leven en inwoner van de prachtige Kempen. Al 6 jaar ben ik samen met de liefde van mijn leven en nagel aan mijn doodskist. Ik hou van mijn koppige husky en mijn favoriete kleur is blauw. Ik ben een curieuzeneus die alles wil weten en mijn leven zit vol plottwists die zelfs ik niet zie aankomen.
En ik denk dan vaak ‘ik kan nu toch niet de enige zijn?’